Vragen over de Wsw
Voor meer inhoudelijke informatie over de Wsw zelf kunt u de volgende instanties raadplegen:

CEDRIS (Brancheorganisatie sociale werkgelegenheid & arbeidsintegratie)
tel. 030-2906800
Internetsite: www.cedris.nl
e-mail: info@cedris.nl

BOABOREA (Brancheorganisatie begeleid werken)
tel. 0900-2844545
Internet site: www.boaborea.nl

Informatietelefoon SZW
tel. 0800-9051
Vragen over: (voorgenomen) wet- en regelgeving op alle beleidsterreinen van SZW; voorlichtingsmateriaal; algemeen verbindend verklaren van CAO's.

Ministerie van SZW, Directie Financieel Economische Zaken
tel. 070-3334447 of 3336043
subsidietoekenningen en normbedragen, declaraties en jaaropgaven; statistische informatie.

Vragen over de Wwb, Wsw:
Gemeenteloket telefoon: 070-3334130
E-mail: gemeenteloket@minszw.nl
Site: www.gemeenteloket.minszw.nl/

VNG
helpdesk: 070-3738022 (VNG Front Office)
Internetsite: www.vng.nl
Vragen over: arbeidsvoorwaarden

Vragen over de Wsw-statistiek

Administratieve gegevens

1) Dienen de vervallen kenmerken ivm indicatiestelling (16,19,21,23,25,27,24) na 1-1-2005 nog wel of niet geregistreerd te worden?
2) Bij het kenmerk 'gemeente van inschrijving' moet een cbs-code worden ingevuld. Hoe kom ik aan die codes?
3) Klopt het dat vervallen codes bij vragen met meerkeuze-antwoorden (bv kenmerk 29b 30a etc) blijven staan?
4) Klopt het dat CWI geen handicapcodes vaststelt en hoe kan ik dan de handicapcode voor de statistiek aanleveren?
5) Bij het kenmerk 'verantwoordelijke gemeente/WGR-verband' moet ik een UO-nummer invullen, Waar vind ik die?

Indicatiebesluit

6) Komen de waarden 2 en 3 bij kenmerk 18 (besluit doelgroep) ná 1-1-2005 niet meer voor in de registratie van het sw-bedrijf?
7) Vanaf 1-1-2005 komen waarden 2 en 3 bij kenmerk 18 (besluit doelgroep) alleen voor bij dienstbetrekking van voor 1-1-2005?
8) Moet de bestaande code "licht" bij kenmerk 20 (besluit arbeidshandicap) bij dienstbetrekkingen van vóór 1-1-2005 blijven staan?
9) Kan de gemeente op het moment van plaatsing van een cliënt vanaf de wachtlijst in het werknemersbestand de geldigheidsduur van de indicatie wijzigen, hetgeen vóór 1 januari 2005 mogelijk was?
10) Een gemeente maakt nu nog deel uit van een schap maar wordt zelfstandig. Hoe registreer ik dit?
11) Hoe zit het nu eigenlijk met terugkeergaranties? Moeten die nu wel of niet via de wachtlijst?
12) Welke herindicatietermijn moet worden aangehouden bij werknemers die vanuit een dienstbetrekking terugkeren naar de wachtlijst en vervolgens weer in dienst komen?
13) In welke gevallen is bij terugkeer in de Wsw een nieuwe indicatie nodig en in welke gevallen wordt men met voorrang op de wachtlijst geplaatst?
14) Een persoon met een 'oude' dienstbetrekking (vóór 1998) heeft een herindicatie op eigen verzoek (aanleid = 5) gekregen. Tevens zijn door CWI 'nieuwe' handicapcodes vastgesteld. Moet het sw-bedrijf dan 'oude' of 'nieuwe' handicapcodes registreren en aanleveren?
15) Een persoon is een jaar geleden geïndiceerd en op de wachtlijst geplaatst. Omdat de persoon niet reageert op brieven van het sw-bedrijf, gaat het bedrijf er vanuit dat de persoon geen interesse meer heeft en haalt hem/haar van de wachtlijst af. Recentelijk (een jaar na het indicatiebesluit) ontvangt het sw-bedrijf een brief waarin de persoon zijn excuses aanbiedt voor het niet reageren en vraagt alsnog op de wachtlijst geplaatst te worden. Welke datum instroom wachtlijst moet het bedrijf nu aanhouden?
16) Een persoon heeft als doelgroepbeslissing 'bovenzijde' gekregen, tekent beroep aan en een maand later wordt de persoon door CWI tot de doelgroep toegelaten. Hoe dient dit geregistreerd te worden?
17) In welke gevallen is bij een ontslagaanvraag een besluit nodig van CWI?
18) Klopt het dat mensen die voor 1998 al een dienstbetrekking hebben als het ware een onbeperkt geldige (doelgroep)indicatie hebben?
19) Kan het voorkomen dat bij een (her)indicatie de 'oude' handicapcodes (van vóór 1998) nog gebruikt kunnen worden? Bijvoorbeeld wanneer er geen aanleiding is te vermoeden dat er iets is veranderd in de situatie van een persoon en het medisch dossier gesloten blijft.
20) Kan iemand op eigen verzoek ontslag nemen uit een dienstbetrekking met de wens om vervolgens op de wachtlijst begeleid werken te worden geplaatst. Moet hier dan een herindicatie worden aangevraagd?
21) Een deelnemer kan direct na het indicatiebesluit geplaatst worden in begeleid werken. Hiervoor bestaat geen wachtlijst. Wat moet ik registeren?
22) Iemand stond vanaf december 2004 op de wachtlijst en is in januari 2005 gaan werken. Aan het einde van de proeftijd is hij weer op de wachtlijst geplaatst. Hoe vermeld ik dit?
23) Wanneer moet ik de datum van aanvraag tot indicatie (kenmerk 14) invullen of wijzigen?
24) Hoe moeten de ICIDH-codes 10, 11, 88 en 91 worden geregistreerd?
25) Van welke mensen moeten wachtlijstgegevens worden aangeleverd?
26) Van welke mensen moeten indicatiegegevens worden aangeleverd?
27) Van een aantal mensen, die naadloos zijn overgenomen, kan ik de wachtlijstgegevens van vóór 1998 niet meer achterhalen. Wat moet ik dan registreren?
28) Hoe krijg ik bij een naadloze overname alle voor de statistiek relevante gegevens van een persoon? In de praktijk kost het veel moeite om van de vorige werkgever van de persoon die gegevens los te krijgen.
29) Bij een herindicatie boven-/onderzijde wordt door CWI geen handicapcode vastgesteld. Hoe kan ik dan een handicapcode registreren?

Dienstbetrekking/arbeidsovereenkomst

30) Wanneer een persoon van een dienstbetrekking is overgegaan naar begeleid werken (zonder uitstroom uit het werknemersbestand), moeten dan in navolgende meetperiodes nog de (oude) dienstbetrekkinggegevens worden geleverd?
31) Moet een dienstbetrekking altijd beëindigd worden bij verhuizing naar een gemeente in een ander WGR-verband?
32) Van veel mensen die al lange tijd in dienst zijn weet ik niet wat het inkomen was voorafgaand aan de Wsw. Moet ik dit toch registreren?
33) Is er een definitie van externe detachering (die het verschil met interne detachering weergeeft)?
34) Wat is een groepsdetachering (minimum aantal personen noodzakelijk om te spreken over een groep)?

Algemeen

35) Hoe kan ik 'oude' wachtlijstgegevens na een overdracht buiten mijn eigen tellingen houden?
36) Welke controles voert Research voor Beleid (RvB) uit op het bestand wat ik stuur?
37) De gegevens voor de Wsw-statistiek bevatten persoonsgegevens. Zijn er voorzieningen getroffen voor privacybescherming?

Nieuw (2008)

38) Een persoon met een dienstbetrekking of begeleide werkplek, die woont in een zogenaamde 'buitengemeente', stroomt uit naar de wachtlijst. Wat moet er bij bestemming worden ingevuld: Wsw-plaatsing andere gemeente/WGR-verband (code 2) of wachtlijst (code 3)?
39) Wachtlijsters die tijdelijk niet beschikbaar zijn voor werk, moeten van de wachtlijst af. Wat is de instroomdatum wachtlijst op het moment dat ze weer beschikbaar zijn: de oorspronkelijke datum of de nieuwe datum? En blijft de positie op de wachtlijst (datum aanmelding Wsw) wel gehandhaafd?
40) Iemand werkt bij een sw-bedrijf en woont in een zogenaamde 'buitengemeente'. Persoon stroomt uit naar het vrije bedrijf maar komt terug in de Wsw via de terugkeergarantie. Dit gaat via 1 dag op de wachtlijst. Op het moment dat de persoon op de wachtlijst staat kan dat alleen bij de gemeente waar de persoon woont en het daarbij behorende sw-bedrijf dat een ander is dan waar hij voorheen werkte. Geldt die terugkeergarantie dan ook voor het nieuwe sw-bedrijf?
41) Iemand is op enig moment afgevoerd van de wachtlijst wegens onbeschikbaarheid. Op een latere datum wordt persoon onderzijde geherindiceerd terwijl die niet als beschikbaar op de wachtlijst stond. Moet deze herindicatie alsnog opgevoerd worden in de statistiek?
42) Met ingang van 1 januari 2009 krijgen gemeenten te maken met het persoonsgebonden budget (PGB). Mensen die met een sw-indicatie op de wachtlijst staan, kunnen dan met behulp van het PGB op een begeleide werkplek geplaatst worden. Hoe worden deze personen in de statistiek verwerkt?
43) Iemand is werkzaam met een overeenkomst voor bepaalde tijd. Is veelvuldig ziek en krijgt geen verlenging. Deze persoon wordt niet op de wachtlijst gezet met het argument dat hij meer dan 13 weken ziek is. Mag dat?
44) Wat is de volgordedatum op de wachtlijst? De datum aanvraag 1e indicatie of de indicatiedatum?

1) Dienen de vervallen kenmerken ivm indicatiestelling (16,19,21,23,25,27,24) na 1-1-2005 nog wel of niet geregistreerd te worden?
Deze kenmerken mogen wel maar hoeven niet meer geregistreerd te worden. Als het softwarepakket de mogelijkheid tot registratie van die kenmerken behoudt kan men er zelf voor kiezen deze gegevens voor eigen gebruik te blijven registreren. Vooralsnog blijven de kenmerken wel staan in de aan te leveren bestanden. Ze hoeven echter niet met een code gevuld te zijn, want Research voor Beleid doet er niets meer mee. Er moet dan wel minimaal een 0 in staan.

2) Bij het kenmerk 'gemeente van inschrijving' moet een cbs-code worden ingevuld. Hoe kom ik aan die codes?
Bijgaand een overzicht van CBS gemeentecodes 2007 die u kunt downloaden. Wijzigingen in CBS-codes per 1-1-2007 vindt u in het overzicht wijzigingen. De wijzigingen per 1-1-2010 vindt u hier

3) Klopt het dat vervallen codes bij vragen met meerkeuze-antwoorden (bv kenmerk 29b 30a etc) blijven staan?
Er hoeven geen wijzigingen met terugwerkende kracht te worden aangebracht. Een paar voorbeelden:
· 20 (arbeidshandicap): de code 'licht' blijft van toepassing zolang er geen herindicatie heeft plaatsgevonden.
· 29a (reden uitstroom): dit (nieuwe) kenmerk hoeft alleen gevuld te worden bij mensen die vanaf 1-1-2005 uitstromen van de wachtlijst. Mensen die voor 2005 zijn uitgestroomd van de wachtlijst zonder plaatsing in het werknemersbestand zitten niet meer in het bestand. Mensen die voor 2005 zijn uitgestroomd van de wachtlijst en in 2005 deel uitmaken van het werknemersbestand zitten wel in de statistiek. Bij hen kan kenmerk 29a leeg gelaten worden.
· 30a (inkomen): de meerkeuze antwoorden zijn hier niet echt veranderd. De antwoorden zijn alleen in terminologie aangepast vanwege de WWB.
· 40 (reden uitstroom): hier zijn twee nieuwe antwoordmogelijkheden toegevoegd. Deze hoeven alleen gebruikt te worden bij uitstroom vanaf 2005. Mensen die eerder zijn uitgestroomd zitten niet meer in het statistiekbestand, dus aanpassingen met terugwerkende kracht zijn niet zichtbaar en dus niet nodig.
· 41 (bestemming uitstroom): ook hiervoor geldt dat mensen die voor 2005 zijn uitgestroomd niet meer in het statistiekbestand zitten. De eerder gehanteerde codes (waaronder de vervallen code 6) kunnen dus in de registratie blijven staan.


4) Klopt het dat CWI geen handicapcodes vaststelt en hoe kan ik dan de handicapcode voor de statistiek aanleveren?
Van verschillende sw-bedrijven is het signaal gekomen dat CWI geen handicapcodes vaststelt. Hier blijkt sprake te zijn van verwarring door het gebruik van verschillende begrippen. De situatie is als volgt: bij een (her-)indicatie draait het in de eerste plaats om de beslissing of een persoon tot de doelgroep behoort. Het vaststellen van de handicap in de vorm van een ICIDH-code is geen doel op zich, maar kan gebruikt worden als instrument om te bepalen of iemand tot de doelgroep behoort. Wanneer CWI niet beschikt over een medisch dossier waarin de ICIDH code is opgenomen, en het is op grond van andere criteria c.q. informatie evident dat iemand wel of niet tot de doelgroep behoort, dan zal CWI geen arts inschakelen om de exacte ICIDH code vast te stellen. In dat geval is er dus geen ICIDH-code.
Echter: CWI zal in alle gevallen (ook bij het ontbreken van een ICIDH code) wel een handicapcode registreren volgens de coderingen van de Wsw-statistiek (code 110 t/m 260). Deze codering is opgenomen in de informatiestroom van CWI naar gemeenten.

Let op: bij sommige softwarepakketten kan men niet de handicapcode volgens de statistiek registreren, maar alleen de ICIDH code. Bij de aanmaak van het statistiekbestand wordt deze ICIDH code automatisch omgezet naar de bijbehorende handicapcode voor de statistiek. Hierover zal Research voor Beleid overleg voeren met de softwareleveranciers. Als tijdelijke oplossing kunt u overwegen zelf een ICIDH-code te kiezen die bij de betreffende handicapcode voor de statistiek hoort (zie het document 'Te registreren kenmerken').

5) Bij het kenmerk 'verantwoordelijke gemeente/WGR-verband' moet ik een UO-nummer invullen, Waar vind ik die?
Bijgaand een lijst met de UO-nummers.

6) Komen de waarden 2 en 3 bij kenmerk 18 (besluit doelgroep) ná 1-1-2005 niet meer voor in de registratie van het sw-bedrijf?
Hierbij moet een onderscheid worden gemaakt tussen eerste indicatie en herindicaties.
Bij eerste indicaties boven- of onderzijde heeft het sw-bedrijf geen 'bemoeienis' met deze persoon (ze komen niet op de wachtlijst). Sw-bedrijven hoeven deze personen dan ook niet aan te leveren voor de statistiek. (CWI levert deze gegevens overigens wel aan Research voor Beleid)
Indien bij een herindicatie sprake is van boven- of onderzijde, moet het sw-bedrijf dit wel registreren en aanleveren voor de statistiek, op basis van de gegevens die CWI aan het sw-bedrijf levert. (CWI levert deze herindicatiebesluiten overigens ook rechtstreeks aan Research voor Beleid)

7) Vanaf 1-1-2005 komen waarden 2 en 3 bij kenmerk 18 (besluit doelgroep) alleen voor bij dienstbetrekking van voor 1-1-2005?
Nee. Zoals gezegd bij vraag 6 levert het sw-bedrijf bij herindicaties altijd het doelgroepbesluit aan, dus ook de onder- en bovenzijde indicaties. Deze herindicaties zullen zowel betrekking hebben op mensen met een dienstbetrekking van voor 2005 als mensen met een dienstbetrekking vanaf 2005.
Overigens zal men met een dergelijk doelgroepbesluit in principe uitstromen uit de Wsw. Nadat men is uitgestroomd komt de persoon niet meer voor in de statistiek.

8) Moet de bestaande code "licht" bij kenmerk 20 (besluit arbeidshandicap) bij dienstbetrekkingen van vóór 1-1-2005 blijven staan?
Ja, dat klopt. Alleen bij 1e indicaties en herindicaties vanaf 1-1-2005 kan de arbeidshandicap "licht" niet meer worden toegekend.

9) Kan de gemeente op het moment van plaatsing van een cliënt vanaf de wachtlijst in het werknemersbestand de geldigheidsduur van de indicatie wijzigen, hetgeen vóór 1 januari 2005 mogelijk was?
Nee. Vanaf 1 januari 2005 kunnen gemeenten niet meer zelf de geldigheidsduur van de indicatie aanpassen. De laatst vastgestelde herindicatietermijn, of deze nu besloten is vóór of ná 1-1-2005, wijzigt dus niet meer. Indien iemand dus ná 31-12-2004 vanaf de wachtlijst instroomt in een dienstbetrekking of een begeleid werkenplek, verandert de herindicatietermijn niet.

10) Een gemeente maakt nu nog deel uit van een schap maar wordt zelfstandig. Hoe registreer ik dit?
Het komt voor dat een gemeente uit een WGR-verband stapt en vervolgens geldt als 'zelfstandige gemeente'. Wanneer er voor de werknemers die behoren bij de betreffende gemeente niets verandert (ze blijven net als voorheen bij hetzelfde sw-bedrijf werken) en het sw-bedrijf levert nog steeds de gegevens aan voor de Wsw-statistiek dan kan voor de Wsw-statistiek volstaan worden met een wijziging van het UO-nummer (kenmerk 2) bij de betrokken werknemers. Dit geldt eveneens voor ingezetenen van de betreffende gemeente die nog op de wachtlijst staan.

11) Hoe zit het nu eigenlijk met terugkeergaranties? Moeten die nu wel of niet via de wachtlijst?
Er bestaat bij diverse sw-bedrijven onduidelijkheid over het registreren van wachtlijstgegevens bij een terugkeergarantie. Regelmatig wordt daarbij verwezen naar de CAO (art9 '…, neemt de werkgever de werknemer direct weer in dienst'). In de praktijk van de afgelopen jaren is gedoogd dat directe plaatsing bij terugkeergarantie niet altijd via de wachtlijst verliep. Het ministerie van SZW wil graag de regels hierover aanscherpen: plaatsingen waarbij een beroep gedaan wordt op de terugkeergarantie dienen altijd via de wachtlijst te lopen, met een minimum van 1 dag op de wachtlijst. Dit geldt voor zowel 'oude' als 'nieuwe' werknemers. De genoemde CAO-bepaling sluit een terugkeer via de wachtlijst overigens ook niet uit.

12) Welke herindicatietermijn moet worden aangehouden bij werknemers die vanuit een dienstbetrekking terugkeren naar de wachtlijst en vervolgens weer in dienst komen?
De laatste door CWI vastgestelde herindicatiedatum blijft van kracht, ongeacht het feit of iemand nu op de wachtlijst staat, in dienst is of wijzigt van wachtlijst naar dienstbetrekking vice versa.

13) In welke gevallen is bij terugkeer in de Wsw een nieuwe indicatie nodig en in welke gevallen wordt men met voorrang op de wachtlijst geplaatst?
Indien iemand nog een geldige indicatie heeft is nooit een nieuwe indicatie nodig, ongeacht de termijn waarbinnen men terugkeert en ongeacht of men vrijwillig werkloos is geworden of niet.
Mensen worden alleen met voorrang op de wachtlijst geplaatst wanneer zij onvrijwillig werkloos zijn geworden én zij binnen de terugkeergarantieperiode terugkeren. De terugkeergarantieperiode is drie jaar vanaf de uitstroomdatum. Het kan dus voorkomen dat iemand met voorrang op de wachtlijst wordt geplaatst, maar wel eerst een nieuwe indicatie moet krijgen (persoon is onvrijwillig werkloos geworden en keert binnen de garantieperiode terug, maar heeft geen geldige indicatie meer).

14) Een persoon met een 'oude' dienstbetrekking (vóór 1998) heeft een herindicatie op eigen verzoek (aanleid = 5) gekregen. Tevens zijn door CWI 'nieuwe' handicapcodes vastgesteld. Moet het sw-bedrijf dan 'oude' of 'nieuwe' handicapcodes registreren en aanleveren?
Alhoewel volgens de regelgeving bij de herindicatie op eigen verzoek (voor begeleid werken) alleen de indicatie 'wel/niet geschikt voor begeleid werken' wordt afgegeven, en in de wet is vastgelegd dat de 'oude werknemers' niet mogen worden geïndiceerd, schrijft het indicatieprotocol voor dat de geschiktheid voor begeleid werken bepaald wordt vanuit de handicapcodes. CWI zal hierbij de handicapcode opnieuw vaststellen - en dus ook registreren -, wanneer de voormalige handicapcode niet langer relevant is. Het ligt voor de hand dat de nieuwe handicapcode(s) ook in de Wsw-statistiek worden geregistreerd.

15) Een persoon is een jaar geleden geïndiceerd en op de wachtlijst geplaatst. Omdat de persoon niet reageert op brieven van het sw-bedrijf, gaat het bedrijf er vanuit dat de persoon geen interesse meer heeft en haalt hem/haar van de wachtlijst af. Recentelijk (een jaar na het indicatiebesluit) ontvangt het sw-bedrijf een brief waarin de persoon zijn excuses aanbiedt voor het niet reageren en vraagt alsnog op de wachtlijst geplaatst te worden. Welke datum instroom wachtlijst moet het bedrijf nu aanhouden?
De persoon was een periode niet beschikbaar, en toen weer wel. Als datum instroom wachtlijst dient in dit geval de datum aangehouden te worden waarop de persoon weer beschikbaar is, dus van de brief van de persoon met het verzoek tot plaatsing op de wachtlijst. Zolang het indicatiebesluit nog geldig is, is een nieuwe aanmelding en indicatie niet nodig.

16) Een persoon heeft als doelgroepbeslissing 'bovenzijde' gekregen, tekent beroep aan en een maand later wordt de persoon door CWI tot de doelgroep toegelaten. Hoe dient dit geregistreerd te worden?
Wanneer beide indicatiebesluiten binnen één meetperiode vallen, worden twee records aangeleverd met dezelfde datum van aanvraag en dezelfde aanleiding advisering (kenmerk 14 en 15) maar met een nieuwe datum indicatiebesluit (kenmerk 17), en een verschillende of identieke doelgroepbeslissing (kenmerk 18 t/m 25). Wanneer de beide indicatiebesluiten niet binnen één meetperiode worden genomen, dan wordt in elke meetperiode één indicatiebesluit aangeleverd. Indicatiebesluiten voor en na beroep dienen dus beiden te worden aangeleverd, ook wanneer de uitslag gelijk is.

17) In welke gevallen is bij een ontslagaanvraag een besluit nodig van CWI?
Er dient een besluit van CWI gevraagd te worden in alle gevallen waarin de gemeente een persoon wil ontslaan, met uitzondering van: aflopen van de proeftijd, niet meewerken aan herindicatie (art 6.2a), niet meer behoren tot de doelgroep bij periodieke herindicatie (CWI toetst de rechtmatigheid van het ontslag gezien de bedoeling van de Wsw en fungeert daarmee als een preventieve ontslagtoets).

18) Klopt het dat mensen die voor 1998 al een dienstbetrekking hebben als het ware een onbeperkt geldige (doelgroep)indicatie hebben?
Mensen die voor 1998 zijn begonnen in een dienstbetrekking hoeven voor het voortzetten van die dienstbetrekking niet geïndiceerd of geherindiceerd te worden volgens de nWsw. Als de gemeente bijvoorbeeld meent dat de arbeidsbekwaamheid dermate is verbeterd dat de persoon in staat geacht wordt tot reguliere arbeid (en zich passende arbeid voordoet) dan kan een ontslagaanvraag voorgelegd worden aan CWI. Men neemt vervolgens een besluit over het ontslag, niet over doelgroep of arbeidshandicap. In de Wsw-statistiek dienen in dat geval aanleiding advisering (kenmerk 15), datum ontslagbesluit (kenmerk 26b) en besluit ontslag (kenmerk 26) geregistreerd te worden. In dat geval blijft de vorige (her)indicatiedatum (kenmerk 17) gehandhaafd.

19) Kan het voorkomen dat bij een (her)indicatie de 'oude' handicapcodes (van vóór 1998) nog gebruikt kunnen worden? Bijvoorbeeld wanneer er geen aanleiding is te vermoeden dat er iets is veranderd in de situatie van een persoon en het medisch dossier gesloten blijft.
Er kunnen na (her)indicatie geen 'oude' handicapcodes voorkomen. Een (her)indicatie wachtlijst of werknemersbestand bestaat uit het (opnieuw) vaststellen van de handicap, het al dan niet behoren tot de doelgroep, en - indien de persoon tot de doelgroep behoort - het vaststellen van arbeidshandicap en geschiktheid voor begeleid werken. Ook bij ongewijzigde aard van de handicap zullen door CWI 'nieuwe' handicapcode(s) afgegeven worden. Uitzondering hierop vormen de aanleiding 'indicatie op eigen verzoek' en 'ontslagaanvraag' bij werknemers van vóór 1998, zij behouden wel hun 'oude' handicapcode.

20) Kan iemand op eigen verzoek ontslag nemen uit een dienstbetrekking met de wens om vervolgens op de wachtlijst begeleid werken te worden geplaatst. Moet hier dan een herindicatie worden aangevraagd?
Men hoeft geen ontslag te nemen uit een dienstbetrekking om in aanmerking te komen voor een begeleide werkplek. Iedereen mag begeleid gaan werken. Een positief advies hierover van CWI is sinds 1 januari 2006 niet meer noodzakelijk. Verder bestaat er geen aparte wachtlijst voor begeleid werken.

21) Een deelnemer kan direct na het indicatiebesluit geplaatst worden in begeleid werken. Hiervoor bestaat geen wachtlijst. Wat moet ik registeren?
Er dienen bij eerste indicaties zowel indicatiegegevens als wachtlijstgegevens geregistreerd te worden voorafgaand aan instroom in het werknemersbestand. Ook al is er in de praktijk geen sprake van een wachtlijst, dan moet u toch een datum instroom en datum uitstroom wachtlijst registreren. In dit geval is dat de dag waarop het indicatiebesluit is genomen (instroom en uitstroom wachtlijst op één dag).

22) Iemand stond vanaf december 2004 op de wachtlijst en is in januari 2005 gaan werken. Aan het einde van de proeftijd is hij weer op de wachtlijst geplaatst. Hoe vermeld ik dit?
Omdat deze persoon binnen één halfjaar (meetperiode) twee keer op de wachtlijst staat moeten er ook twee records (rijen gegevens) worden aangeleverd. In het eerste record staat de oude datum instroom wachtlijst (december 2004), de datum uitstroom wachtlijst (januari 2005), de begindatum dienstbetrekking (januari 2005), de einddatum dienstbetrekking en de datum uitstroom uit werknemersbestand (bijvoorbeeld maart 2005), alsmede de reden en bestemming.
In het tweede record worden de kenmerken 1 t/m 27 gekopieerd. De overige kenmerken worden nu volgens de nieuwe situatie ingevuld (dus een nieuwe datum instroom wachtlijst (maart 2005) en eventueel een nieuwe datum uitstroom wachtlijst en een nieuwe datum instroom dienstbetrekking). Bij een volgende meting hoeft u het eerste record niet meer te leveren.

23) Wanneer moet ik de datum van aanvraag tot indicatie (kenmerk 14) invullen of wijzigen?
De datum van aanvraag tot indicatie wordt ingevuld bij de allereerste indicatieaanvraag. Deze datum geeft aan wanneer iemand zich voor het eerst bij CWI aanmeldt voor de sw. Deze datum wordt daarna dus ook niet meer gewijzigd, ook niet bij herindicaties, verhuizing of terugkeer (binnen de garantietermijn) na buiten de Wsw te hebben gewerkt. Overigens hoeft dit kenmerk niet te worden ingevuld bij mensen die al vóór 1998 een dienstbetrekking hadden of op 31 december 1997 op de wachtlijst stonden.
Alleen wanneer iemand in de Wsw terugkeert nadat de terugkeergarantietermijn is verlopen, wordt een nieuwe datum van aanvraag tot indicatie gemeld. In dat geval is er namelijk sprake van een geheel nieuwe aanmelding en is het alsof deze persoon nooit eerder in de Wsw heeft gezeten.
De datum aanvraag voor herindicatie wordt vastgelegd bij kenmerk 14b, "datum aanvraag herindicatie".

24) Hoe moeten de ICIDH-codes 10, 11, 88 en 91 worden geregistreerd?
In het overzicht van ICIDH-codes ontbreekt een verwijzing naar de codes 10 'Diepe zwakzinnigheid', 11 'Ernstige zwakzinnigheid', 88 'Abnormale lichaamsopening' en 91 'Ernstige incontinentie'. De eerste twee handicaps kunnen worden ondergebracht in de nieuwe categorie 270 'Diepe of ernstige zwakzinnigheid'. De andere twee handicaps kunnen worden ondergebracht bij de bestaande categorie 260 'overige gehandicapten'. CWI levert in ieder geval aan de sw-bedrijven de handicapcode zoals die in de statistiek wordt vastgelegd.

25) Van welke mensen moeten wachtlijstgegevens worden aangeleverd?
Van iedereen die in een meetperiode tot het werknemersbestand behoort of op de wachtlijst staat moet een datum instroom wachtlijst en eventueel een datum uitstroom wachtlijst worden aangeleverd. Van mensen die al heel lang in de Wsw zitten zijn deze gegevens echter niet altijd bekend. Daarom is in overleg met het ministerie besloten dat de wachtlijst gegevens van vóór 1 januari 1989 (begin budgetfinanciering) niet hoeven te worden aangeleverd.

26) Van welke mensen moeten indicatiegegevens worden aangeleverd?
Van alle mensen over wie in de meetperiode een indicatiebesluit is genomen moeten indicatiegegevens worden aangeleverd (ongeacht of het gaat om een eerste indicatie, een herindicatie, een indicatie op eigen verzoek of een ontslagindicatie). Dat is dus inclusief alle herindicaties in die meetperiode waarbij het doelgroepbesluit 'bovenzijde' of 'onderzijde' luidt.
Daarnaast moet van iedereen die in de meetperiode op de wachtlijst stond de (meest recente) indicatiegegevens worden aangeleverd. Het sw-bedrijf hoeft niet de 1e indicaties boven-/onderzijde aan te leveren.
Van mensen die in de meetperiode tot het werknemersbestand behoren, hoeven alleen de meest recente (her-)indicatiegegevens te worden geleverd voor zover het indicaties volgens de nieuwe wet betreft. Van mensen die voor 1998 al een dienstbetrekking hadden hoeven dus geen indicatiegegevens te worden geleverd, tenzij het gaat om een indicatie op eigen verzoek of een ontslagindicatie. Bij deze mensen moet wel altijd de handicapcode (kenmerk 11) worden geregistreerd. In het overzicht 'Te registreren kenmerken' is aangegeven welke gegevens bij welke groep mensen van toepassing zijn.

27) Van een aantal mensen, die naadloos zijn overgenomen, kan ik de wachtlijstgegevens van vóór 1998 niet meer achterhalen. Wat moet ik dan registreren?
De regeling Wsw-statistiek vermeldt dat wachtlijstgegevens vanaf 1989 moeten worden aangeleverd. Indien deze gegevens niet te achterhalen zijn dan moet er een 0 ingevuld worden. Indien het om werknemers gaat die al vóór 1989 in dienst van het andere bedrijf waren, hoeft er geen wachtlijstdatum geleverd te worden.

28) Hoe krijg ik bij een naadloze overname alle voor de statistiek relevante gegevens van een persoon? In de praktijk kost het veel moeite om van de vorige werkgever van de persoon die gegevens los te krijgen.
Antwoord uit de landelijke werkgroep: een persoon mag pas bij ons komen werken als die gegevens binnen zijn.
Een ander antwoord uit de werkgroep: Ons bedrijf heeft een invulformulier ontwikkeld die door de vorige werkgever ingevuld moet worden.

29) Bij een herindicatie boven-/onderzijde wordt door CWI geen handicapcode vastgesteld. Hoe kan ik dan een handicapcode registreren?
In deze gevallen blijft de voorgaande handicapcode staan.

30) Wanneer een persoon van een dienstbetrekking is overgegaan naar begeleid werken (zonder uitstroom uit het werknemersbestand), moeten dan in navolgende meetperiodes nog de (oude) dienstbetrekkinggegevens worden geleverd?
Bij een wisseling van werkvorm zonder uitstroom uit het werknemersbestand dienen de gegevens van beide werkvormen in de huidige meting te worden geleverd (van afgesloten DB en nieuwe BW). Bij een volgende meting hoeven, indien er geen wisseling van werkvorm heeft plaatsgevonden, alleen de BW-gegevens te worden geleverd. Bij twee wisselingen binnen één meting zijn twee records nodig omdat de gegevens van de eerste dienstbetrekking nog niet overschreven mogen worden.

31) Moet een dienstbetrekking altijd beëindigd worden bij verhuizing naar een gemeente in een ander WGR-verband?
Zowel 'oude' als 'nieuwe' werknemers kunnen verhuizen zonder dat de dienstbetrekking beëindigd wordt. Van werknemers die voor 1998 een dienstbetrekking hadden, werd bij het ingaan van de nieuwe wet de dienstbetrekking gecontinueerd. Zij hoefden geen ingezetene te zijn van het WGR-verband/zelfstandige gemeente waar zij werkzaam waren. Personen die na 1-1-1998 in het werknemersbestand worden opgenomen, kunnen alleen worden geplaatst door het WGR-verband/zelfstandige gemeente waar zij ingezetene zijn op het moment van plaatsing. Na verhuizing mag de persoon bij het oude sw-bedrijf blijven werken (alleen wijziging gemeente van inschrijving) of via een naadloze aansluiting bij het sw-bedrijf gaan werken van het WGR-verband/zelfstandige gemeente waar hij/zij ingezetene is (uitstroom i.v.m. overdracht naar andere gemeente, begindatum DB elders na overdracht andere gemeente, medeneming van oude wachtlijstgegevens). Raadpleeg hiervoor ook het document 'Instructies voor bijzondere situaties'.

32) Van veel mensen die al lange tijd in dienst zijn weet ik niet wat het inkomen was voorafgaand aan de Wsw. Moet ik dit toch registreren?
U hoeft het 'inkomen voorafgaand aan instroom in het werknemersbestand' alleen te registreren voor mensen die na 1 januari 1989 zijn ingestroomd. Ons advies is om dit met terugwerkende kracht te doen, dus eerst degenen die recent in dienst getreden zijn.

33) Is er een definitie van externe detachering (die het verschil met interne detachering weergeeft)?
Het gaat bij externe detachering om het feit dat de werkgever een reguliere werkgever is. Detachering bij een ander sw-bedrijf geldt niet als externe detachering.

34) Wat is een groepsdetachering (minimum aantal personen noodzakelijk om te spreken over een groep)?
Een groepsdetachering is een zelfstandige werkeenheid Wsw-ers die bij een reguliere werkgever gedetacheerd is. De minimum groepsgrootte is daarbij 3 personen.

35) Hoe kan ik 'oude' wachtlijstgegevens na een overdracht buiten mijn eigen tellingen houden?
Wanneer een persoon bijvoorbeeld na verhuizing gaat werken in een andere gemeente, moet de nieuwe gemeente de oude wachtlijstgegevens overnemen zodat de informatie voor de Wsw-statistiek per persoon compleet blijft. Dit betekent wel dat het lijkt alsof deze persoon bij de nieuwe gemeente op de wachtlijst heeft gestaan, waardoor wachtlijsttellingen niet meer kloppen. Dit probleem is op te lossen door gebruik te maken van het kenmerk datum invoering administratie (kenmerk 5). Dit is de datum waarop iemand bij de nieuwe gemeente in de administratie wordt opgenomen, en waaraan afgelezen kan worden wanneer de overdracht heeft plaatsgevonden. Deze datum kan als filter worden gebruikt bij het maken van tellingen. Ook voor een goede analyse van de statistiekbestanden door Research voor Beleid is het van belang dat dit kenmerk wordt geregistreerd.

36) Welke controles voert Research voor Beleid (RvB) uit op het bestand wat ik stuur?
In de werkgroep is gevraagd of een sw-bedrijf het door RvB gehanteerde controleprogramma kan krijgen, zodat ze zelf de kwaliteit van het bestand kan opwaarderen. Omdat RvB werkt met een programma (Spss 12.0) dat een sw-bedrijf normaliter niet in huis heeft is dat geen zinvolle zaak. Wel kunt u een overzicht van onze controles hier downloaden.

37) De gegevens voor de Wsw-statistiek bevatten persoonsgegevens. Zijn er voorzieningen getroffen voor privacybescherming?
Voor de uitvoering van de Wsw-statistiek heeft Research voor Beleid een privacyprotocol opgesteld die voldoet aan de Wet Bescherming Persoonsgegevens (per 1 april 2001 vervanger van de Wet persoonsregistraties). Hierin staat onder meer aangegeven dat bestanden beveiligd worden met een wachtwoord. Ook zijn hierin een aantal procedures beschreven met betrekking tot het beheer en gebruik van de statistiekgegevens. Zo zullen de gegevens nooit aan derden ter beschikking worden gesteld, tenzij het ministerie van SZW (formeel eigenaar van de gegevens) hiertoe uitdrukkelijk opdracht verleent. Overigens bevatten de bestanden die worden aangeleverd voor de Wsw-statistiek geen NAW-gegevens (naam, adres, woonplaats). De bestanden bevatten wel de sofi-nummers van deelnemers. Deze zijn echter niet zonder meer terug te voeren tot NAW-gegevens. Wanneer de gegevens van de statistiek worden overgedragen aan het ministerie worden de sofi-nummers eerst verwijderd. Alleen het CBS kan, op basis van haar wettelijk vastgestelde taakstelling, beschikken over een Wsw-statistiekbestand met sofi-nummers.

38) Een persoon met een dienstbetrekking of begeleide werkplek, die woont in een zogenaamde 'buitengemeente', stroomt uit naar de wachtlijst. Wat moet er bij bestemming worden ingevuld: Wsw-plaatsing andere gemeente/WGR-verband (code 2) of wachtlijst (code 3)?
Indien iemand van een 'buitengemeente' naar de wachtlijst uitstroomt, gebruik dan bij het kenmerk 'bestemming' de code 10 (= overige bestemmingen).

39) Wachtlijsters die tijdelijk niet beschikbaar zijn voor werk, moeten van de wachtlijst af. Wat is de instroomdatum wachtlijst op het moment dat ze weer beschikbaar zijn: de oorspronkelijke datum of de nieuwe datum? En blijft de positie op de wachtlijst (datum aanmelding Wsw) wel gehandhaafd?
De instroomdatum wachtlijst is het moment waarop ze weer beschikbaar zijn. De positie op de wachtlijst is die van de voorgaande wachtlijstperiode.

40) Iemand werkt bij een sw-bedrijf en woont in een zogenaamde 'buitengemeente'. Persoon stroomt uit naar het vrije bedrijf maar komt terug in de Wsw via de terugkeergarantie. Dit gaat via 1 dag op de wachtlijst. Op het moment dat de persoon op de wachtlijst staat kan dat alleen bij de gemeente waar de persoon woont en het daarbij behorende sw-bedrijf dat een ander is dan waar hij voorheen werkte. Geldt die terugkeergarantie dan ook voor het nieuwe sw-bedrijf?
De voorrangsgarantie heeft betrekking op de garantie om weer binnen de kaders van de Wsw te mogen werken. Het is vervolgens de verantwoordelijkheid van de woongemeente om voor deze persoon een aangepaste werkplek te realiseren. Waar die plek vervolgens gerealiseerd is aan de gemeente. Uiteraard kan betrokken wsw-er daarbij zijn wensen kenbaar maken. Uiteindelijk gaat het er om dat voor hem/haar een passende plek gerealiseerd wordt.

41) Iemand is op enig moment afgevoerd van de wachtlijst wegens onbeschikbaarheid. Op een latere datum wordt persoon onderzijde geherindiceerd terwijl die niet als beschikbaar op de wachtlijst stond. Moet deze herindicatie alsnog opgevoerd worden in de statistiek?
Nee. Dit gegeven kan nu (nog) niet in de Wsw-statistiek verantwoord worden. Aan de hand van de huidige uitvraag wordt persoon niet meer zichtbaar in de statistiek.

42) Met ingang van 1 januari 2009 krijgen gemeenten te maken met het persoonsgebonden budget (PGB). Mensen die met een sw-indicatie op de wachtlijst staan, kunnen dan met behulp van het PGB op een begeleide werkplek geplaatst worden. Hoe worden deze personen in de statistiek verwerkt?
Het feit dat er gebruik gemaakt is van een PGB is geen kenmerk in de Wsw-statistiek en kan dus ook niet aan de gegevensbewerker verantwoord worden. Het feit dat iemand begeleid werker is, moet wel verantwoord worden in de Wsw-statistiek.

43) Iemand is werkzaam met een overeenkomst voor bepaalde tijd. Is veelvuldig ziek en krijgt geen verlenging. Deze persoon wordt niet op de wachtlijst gezet met het argument dat hij meer dan 13 weken ziek is. Mag dat?
Nee. Gemeenten kunnen na 13 weken van arbeidsongeschiktheid een herindicatie aanvragen bij CWI. Gemeenten moeten dan in het reïntegratieverslag aannemelijk maken dat de Wsw-geïndiceerde duurzaam niet meer in staat is tot het verrichten van arbeid. Als de arbeidsovereenkomst afloopt terwijl persoon al 13 weken ziek is keert hij dus terug naar de wachtlijst.

44) Wat is de volgordedatum op de wachtlijst? De datum aanvraag 1e indicatie of de indicatiedatum?
Indien de 1e indicatiedatum vóór 1-1-2008 ligt, wordt de volgordedatum bepaald door de datum aanvraag. Indien de datum 1e indicatie ligt ná 1-1-2008 bepaalt de datum 1e indicatie de volgordedatum op de wachtlijst.